Vertaal
Vertalingen irse de viaje ES>NL
irse de viaje (ww.) afreizen (ww.) ; heengaan (ww.) ; opstappen (ww.) ; smeren (ww.) ; verdwijnen (ww.) ; verlaten (ww.) ; vertrekken (ww.) ; verwijderen (ww.) ; weggaan (ww.) ; wegreizen (ww.) ; wegtrekken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `irse de viaje`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abandonar
ES: agotar
ES: alejarse de
ES: correrse
ES: irse
ES: largarse
ES: marcharse
ES: partir
ES: salir
ES: zarpar